Vergelijkbare zaak, maar andere gerechtelijke uitspraak

aug 28, 2020

Het ene online platform valt onder de werkingssfeer van BPF-Reisbranche en het andere weer niet.

Op 21 augustus j.l. is de uitspraak gepubliceerd over BPF Reisbranche tegen Basic Travel. Hierin is bepaald, dat de werkgever valt onder de verplichtstelling van BPF Reisbranche. Gevolg is dat de werkgever met terugwerkende kracht (tot 2003!) pensioenpremies moet afdragen aan BPF Reisbranche. Dat er een pensioenregeling was afgesloten bij een verzekeraar doet daar niets aan af. 

De werkgever heeft een online platform, waar huizenbezitters hun woning kunnen aanbieden voor tijdelijke verhuur. Het grote discussiepunt in deze zaak is de vraag of er door de werkgever wel of niet wordt bemiddeld. De kantonrechter in Groningen heeft geoordeeld, dat er bemiddeld wordt.

Booking.com lijkt hetzelfde, maar wint de zaak wel
In de procedure wordt o.a. verwezen naar de procedure van hetzelfde BPF tegen Booking.com. Ook dat bedrijf biedt een online platform aan, waarop tijdelijke accommodaties (waaronder Hotels) geboekt kunnen worden. Nu heeft Booking.com  deze zaak gewonnen en Basic Travel dus niet. Waarom wint Booking.com dan wel?

Booking.com heeft de volgende tekst opgenomen in de algemene voorwaarden:
"Via deze website bieden wij (Booking.com en haar geaffilieerde (distributie)partners) een online platform aan waarop alle soorten tijdelijke accommodatie (bijvoorbeeld hotels, motels, hostels en bed & breakfasts, gezamenlijk de “accommodatie(s)”) kunnen adverteren om hun kamers voor reservering aan te bieden en waar bezoekers van de website dergelijke reserveringen kunnen maken. Als u een reservering maakt via Booking.com dan gaat u een (contractueel bindende) relatie aan met de logiesverstrekker bij wie u reserveert. Wij zullen vanaf het moment dat u uw reservering heeft gemaakt uitsluitend als tussenpersoon fungeren tussen u en de logiesverstrekker; wij zullen de gegevens van uw reservering naar de betreffende logiesvertrekker sturen en wij sturen u een bevestigingsmail voor en ten behoeve van de logiesvertrekker."

Daarnaast heeft Booking.com op haar website onder het kopje “Hoe wij werken” informatie over werking van de online reserveringsdienst.
Bemiddelingsdienst van Booking.com

(…)
Via de website www.bookingcom biedt Booking.com een online reserveringsdienst waarmee alle accomodatieverstrekkers, zoals hoteliers en andere aanbieders hun producten en diensten aan kunnen bieden, en die websitegebruikers kunnen gebruiken om een reservering te maken. Booking.com B.V. biedt zelf de diensten op de website www.booking.com niet aan en verkoopt daarom geen accommodaties. Wanneer u boekt via de website www.booking.com gaat u een directe contractuele relatie aan met de aanbieder waarmee u de reservering heeft gemaakt. Booking.com communiceert uw reserveringsgegevens aan de betreffende aanbieder(s) en stuurt u een bevestigingsmail in naam van en namens de aanbieder. Onze reserveringsdienst is gratis voor de gebruiker. Booking.com berekent de gast geen reserverings- of annuleringskosten of andere kosten in verband met hun reservering, en er wordt geen betaling gedaan door Booking.com. De betaling wordt rechtstreeks door de aanbieder in rekening gebracht. De aanbieders die gemachtigd zijn hun reserveringsproducten- en diensten aan te bieden en van wie deals getoond worden op de website www.booking.com zijn professionals in een contractuele relatie met Booking.com. Als onderdeel van de contractuele relatie ontvangt Booking.com een commissie van de aanbieder nadat de gast bij de accommodatie van de aanbieder heeft verbleven of gebruik gemaakt heeft van de service of het product."

KvK inschrijvingen wijken sterk af
Tot slot is in de KVK omschrijving van Booking.com niets vermeld dat erop wijst, dat ze een reisbureau zijn. Basic Travel heeft onder de bedrijfsactiviteiten staan, dat ze vallen onder SBI code 7911 "Reisbemiddeling, Het bemiddelen bij de huur van vakantie- en woningaccomodaties". 

Dat laatste is al een duidelijke indicatie, dat Basic Travel zelf ook vindt, dat ze zich bezig houdt met bemiddeling, anders zou je een andere definitie in de KvK omschrijving opnemen.

Het verschil tussen deze twee zaken is flinterdun en het zijn de details die blijkbaar van doorslaggevend belang zijn. Wellicht dat deze zaak nog een vervolg krijgt bij de Hoge Raad....

door Ronald Hut MPLA 19 sep, 2022
Vanaf 01-01-2023 vervalt de verplichtstelling voor mortelbedrijven
door Ronald Hut 23 dec, 2021
BPF Landbouw breidt werkingssfeer uit na verloren uitspraak Hof Den Bosch
door Ronald Hut MPLA 13 sep, 2021
Verplichtstelling voor Vletterlieden IJmuiden per 01-09-2021 ingetrokken
door Ronald Hut MPLA 27 aug, 2021
Vanaf 01-01-2025 is de verplichtstelling niet meer van kracht
door Ronald Hut MPLA 28 mei, 2021
Zwemscholen expliciet opgenomen, ongeacht omvang
door Ronald Hut MPLA 07 jan, 2021
Per 01-01-2021 zijn er nog 41 verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen over
door Ronald Hut MPLA 13 nov, 2020
Vanaf 01-01-2021 is de nieuwe verplichtstelling voor de uitzendbranche van kracht. Dit heeft met name gevolgen voor payroll ondernemingen. Deze bedrijven zijn vanaf 01-01-2021 uitgesloten van de verplichte deelname aan Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (Stipp). Hierbij geldt een belangrijke kanttekening. Alleen bedrijven die zich UITSLUITEND bezighouden met payrolling zijn niet verplicht zich aan te sluiten bij Stipp. Bedrijven die naast payroll medewerkers ook werknemers uitzenden of detacheren, vallen nog steeds onder de verplichtstelling en zijn dan ook nog steeds verplicht zich aan te melden bij Stipp. De verplichtstelling is alleen van toepassing op werkgevers die voor ten minste 50% van het premieplichtig loon personeel ter beschikking stellen in de zin van art. 7:690 BW. Onder het 50% criterium vallen ook de payroll medewerkers! De verplichtstelling geldt alleen voor de uitzendkrachten en niet voor de payroll medewerkers. Ga je als payrollbedrijf één werknemer detacheren of uitzenden, dan valt die werknemer onder de werkingssfeer van Stipp en de payrollmedewerkers niet. Er dient dus gekeken te worden naar het onderscheid tussen uitzenden en payrolling. Het voornaamste verschil zit in de werving en selectie. Wordt de W&S door de formele werkgever gedaan, dan is er sprake van uitzenden (/detacheren) en vindt de W&S plaats bij de opdrachtgever (daar waar feitelijk het werk wordt verricht), dan is er sprake van payrolling. Het wordt er hiermee niet eenvoudiger op voor zowel de werkgever als de adviseur. Als adviseur moet je goed nagaan, of er sprake is van uitzenden of van payrolling. Daarvoor moet je goed op de hoogte zijn van de verschillen tussen deze twee vormen (en er zijn meer verschillen dan W&S). Als werkgever moet je per werknemer gaan beoordelen of de werknemer onder de verplichtstelling valt of juist niet. De belangen zijn hierbij groot. Meld je een werknemer NIET aan bij Stipp, terwijl dat wel zou moeten, dan is de bestuurder van de onderneming in privé aansprakelijk te stellen. Heb je een payroller aangemeld bij Stipp, dan voldoe je waarschijnlijk niet aan de eisen van een "adequate pensioenregeling". Een goed en doorlopend onderzoek is hierbij van cruciaal belang!
door Ronald hut MPLA 08 okt, 2020
De verplichtstellingen van alle bedrijfstakpensioenfondsen staan al even op BPF-onderzoek.nl en na vandaag staan ook alle verplichtstellingen van de beroepspensioenfondsen op de site. De verplichtstellingen voor beroepspensioenfondsen zijn in twee groepen te splitsen. Aan de ene kant hebben we de medische sector met de huisartsen, medisch specialisten, verloskundigen, dierenartsen, apothekers en de fysiotherapeuten. Aan de andere kant hebben we diverse groepen in de havens, zoals de loodsen, roeiers in het Rotterdamse havengebied en de Vletterlieden in het havengebied en de sluizen van IJmuiden.
door Ronald hut MPLA 08 okt, 2020
De enige wijziging die wordt doorgevoerd in de verplichtstelling, is dat huisartsen in opleiding voortaan ook onder de werkingssfeer vallen. Huisartsen in opleiding zijn in loondienst van SBOH en ze hebben (sinds 2014) een eigen ondernemingspensioenfonds. Dit fonds heeft nu aansluiting gezicht bij het pensioenfonds voor de huisartsen.
door Ronald Hut MPLA 06 okt, 2020
De eindleeftijd voor de verplichte deelname aan BPF Detailhandel is voor nagenoeg alle groepen werknemers 67 jaar. Uitzondering daarop is de groep werknemers in de Drankenindustrie. Deze werknemers bouwden tot 01-01-2019 het pensioen op in een eigen pensioenfonds (BPF Drankenindustrie). In die verplichtstelling was bepaald, dat de verplichtstelling tot 67 jaar van kracht was. Met de fusie tussen BPF Drankenindustrie en BPF Detailhandel is in de nieuwe verplichtstelling opgenomen, dat de eindleeftijd voor de werknemers in de Drankenindustrie 68 jaar is. Met de huidige voorgenomen wijziging wordt dit weer rechtgetrokken en zijn ook de werknemers in de Drankenindustrie die ouder dan 67 zijn, niet meer verplicht deelnemer aan het BPF Detailhandel. 6-10-2020: Per vandaag is de aangepaste werkingssfeer van toepassing, zonder terugwerkende kracht. Dat betekent, dat werknemers in de Drankenindustrie die 67 jaar zijn, voortaan geen verplicht deelnemer meer zijn aan het BPF. Dit betekent overigens niet automatisch, dat een werknemer van 67 per vandaag geen pensioen meer hoeven op te bouwen! Daarvoor is het handig om eerst te kijken wat er is opgenomen in de arbeidsovereenkomst.
Meer posts
Share by: